Natuurontwikkeling

De directe baten van natuurontwikkeling betreffen de gebruikswaarde en de niet-gebruikswaarde van het project. Bij de gebruikswaarde gaat het om ecosysteemdiensten. Bij de niet-gebruikswaarde gaat het om de bestaans- en verervingswaarde van ecosystemen en populaties (biodiversiteit).

De Werkwijzer Natuur. Maatschappelijke Kosten-baten analyse gaat in op de details voor het bepalen van effecten van maatregelen gericht op natuurontwikkeling en op het effect op de natuur door andere maatregelen.

Werkwijzer Natuur. Maatschappelijke Kosten Baten Analyse

De Werkwijzer Natuur beoogt instrumentarium aan te reiken om welvaartsveranderingen te analyseren ten gevolge van veranderingen in biodiversiteit en/of ecosysteemdiensten. Daarbij onderscheiden we de volgende typen van ingrepen die kunnen leiden tot dergelijke veranderingen:

  1. Ingrepen vanuit het beleidsdomein ‘natuur’. Denk aan de aanleg van natuurgebieden (bijvoorbeeld de Markerwadden) en maatregelen vanwege de Europese Kaderrichtlijn Water, waarbij sprake is van bedoelde, positieve veranderingen. Natuur is in dit geval de directe aanleiding voor respectievelijk het doel van een voorgenomen ingreep.
  2. Ingrepen vanuit andere beleidsdomeinen, waarbij sprake is van bedoelde effecten. Hierbij betreft het in beginsel positieve effecten op natuur. Bijvoorbeeld bij de inzet van ‘natuurlijke oplossingen’ t.b.v. klimaatadaptatie en waterveiligheid, zoals groene daken (klimaatbestendige steden), waterberging (waterstandsverlaging) of nieuwe duinenrijen (kustafslag). In deze gevallen is natuur de ‘oplossing’ voor het probleem in andere beleidsdomeinen.
  3. Ingrepen vanuit andere beleidsdomeinen, waarbij sprake is van onbedoelde effecten. Meestal is sprake van negatieve effecten op natuur, zoals bij ingrepen in infrastructuur (aanleg of aanpassing), woning- en bedrijfsterreinlocaties (aanleg of reconstructie) en/of landbouw (bijvoorbeeld aanpassing peilbeheer). Dit is de situatie die we in de praktijk het meest tegenkomen, waarvoor een MER - al dan niet in combinatie met een MKBA - wordt opgesteld. Soms kan echter ook sprake zijn van onbedoelde positieve effecten, bijvoorbeeld tijdelijke natuur die ontstaat door de uitstel of afstel van ruimtelijke ordeningsingrepen. Een bekend voorbeeld daarvan, vanwege met name de grootschaligheid, is de totstandkoming van de Oostvaardersplassen.

Wanneer sprake is van een van de bovengenoemde situaties, is het gebruik van deze werkwijzer aan te bevelen. Bij de projecttypen 1 en 2 kan de werkwijzer mede gebruikt worden om de interventie zelf nader vorm te geven resp. te optimaliseren. Hier is immers natuur geen onbedoelde bijvangst, maar staat centraal in de aanleiding en/of inrichting van de ingreep.

Bron: CE Delft en Arcadis (2017), pagina 16.

Ga naar

vorige pagina  |  volgende pagina