Effecten infrastructuurprojecten op leefbaarheid

MIRT-projecten die gericht zijn op de verbetering van de bereikbaarheid door middel van wegen, ov, fiets etc. noemen we in deze werkwijzer ‘infrastructuurprojecten’. De effecten van dit type projecten beschrijven we aan de aan hand van 3 categorieën, namelijk effecten op bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid. Op deze pagina bespreken we effecten op de leefbaarheid. De effecten op leefbaarheid en de methode van effectbepaling zijn vrijwel de zelfde voor verschillende type bereikbaarheidsprojecten. Anders dan bij de effecten op bereikbaarheid, bespreken we de effecten op veiligheid en op leefbaarheid daarom per type effect.

Effecten op de leefbaarheid beschrijven de mogelijke effecten van maatregelen op de leefbaarheid in brede zin. Uitkomsten van de MER kunnen een goede basis zijn om effecten te bepalen. Als er geen MER beschikbaar is, of als de uitkomsten van de MER geen kwantitatieve inschatting geven van welvaartseffecten, wordt gebruik gemaakt van vuistregels en de uitkomsten van het verkeersmodel of de vervoersanalyse. Tenzij er sprake is van omvangrijke effecten kan de beschrijving kwalitatief zijn. Of een effect al dan niet omvangrijk is, zal per geval moeten worden bepaald, eventueel in overleg met de opdrachtgever.

Meer informatie over effecten op leefbaarheid die hier opgenomen zijn (broeikasgas (CO2), luchtkwaliteit en geluidsbelasting), is te vinden in werkwijzers (CE Delft (2017). Handboek Milieuprijzen 2017. Methodische onderbouwing van kengetallen gebruikt voor waardering van emissies en milieu-impacts. Publicatienummer: 17.7A76.64.; CE Delft (2017). Werkwijzer voor MKBAs op het gebied van milieu. Publicatienummer: 17.7A76.48.) die effecten en waarderingen op het gebied van milieu beschrijven. Voor natuur, landschap/cultuurhistorie en recreatie zijn er specifieke informatie te vinden op gebied van bijvoorbeeld landschap (Farjon H, Sijtsma F, van Tol S, Langers F, Buijs A. (2017). Bevindingen MKBA Landschap. Achtergrondstudie. Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Conceptrapport.) en natuur (CE Delft en Arcadis (2017). Werkwijzer Natuur. Maatschappelijke Kosten Baten Analyses. Conceptrapport.).

Uitstoot van broeikasgassen (klimaat)

Door een maatregel kunnen omvang en spreiding van verkeersbewegingen veranderen. Zolang een andere route niet langer is, blijft het broeikaseffect hetzelfde. Wel kan een verschil ontstaan bij een modal shift van bijvoorbeeld wegvervoer naar vaarwegen of naar spoor. Het gaat hier om de hoeveelheid brandstofverbruik. Dit kan leiden tot een verschil in uitstoot van broeikasgassen (CO2) tussen het projectalternatief en het nulalternatief, en daarmee invloed hebben op de duurzaamheid van maatregelen (Bron: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (2017). Handreiking verduurzaming MIRT.) en de uitkomst van de MKBA.

Luchtkwaliteit

Voor het bepalen van de welvaartswaarde van veranderingen in luchtkwaliteit zijn er de beschikbare waarderingsgetallen. De waardering verschilt al naar gelang type locatie van de uitstoot (binnen of buiten de bebouwde kom). Nadere informatie over het meenemen van veranderingen in concentraties van NOx, PM2,5, PM10, SOx is terug te vinden in bovengenoemde werkwijzers.

Geluidsbelasting

Net als bij emissies kan de geluidsbelasting van woningen veranderen door een wijziging in de omvang en het patroon van verkeer. Daarbij spelen de te nemen mitigerende maatregelen vanzelfsprekend ook een rol. Om de welvaartswaarde van dit effect te kunnen bepalen moet het aantal geluidsbelaste woningen in de twee situaties worden vergeleken. Op basis van de verschillen in het aantal geluidsbelaste woningen (per klasse) en waarderingsgetallen kunnen vervolgens de welvaartseffecten in geldtermen worden vertaald.

Natuur, landschap/cultuurhistorie en recreatie

Natuur, culturele erfgoed (cultuurhistorie) en recreatie zijn onderwerpen die helder moeten worden afgebakend. Het onderwerp natuur kan smal opgevat worden in de betekenis van de (diversiteit aan) soorten en levensgemeenschappen, maar ook breder, als natuurgebieden die ecosysteemgoederen en -diensten leveren (Bron: CE Delft en Arcadis (2017). Werkwijzer Natuur. Maatschappelijke Kosten Baten Analyses. Conceptrapport). Bij een smalle opvatting is het onderscheid tussen natuur en landschap eenvoudiger te maken dan bij een brede natuuropvatting die bijvoorbeeld ook de effecten op culturele diensten en recreatie omvat.

De overlap tussen onderwerpen is te voorkomen door ze systematisch te koppelen aan welvaartseffecten. Zo dragen landschap, cultuurhistorie en de aanwezigheid van natuurgebieden bij aan de kwaliteit van de woonomgeving. In reeds gepubliceerde MKBA’s zien we deze invloeden van omgevingskenmerken op het woongenot op verschillende plekken en onder verschillende noemers terugkomen. Het is aan te bevelen deze integraal op een plek samen te brengen. Het zelfde geldt voor de bijdrage van omgevingskenmerken aan de kwaliteit van vrijetijdsbesteding van bezoekers. Ook hier spelen natuur, cultuurhistorie en landschap een rol. De waardering van veel van deze aspecten is maatwerk (Farjon H, Sijtsma F, van Tol S, Langers F, Buijs A. (2017). Bevindingen MKBA Landschap. Achtergrondstudie. Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Conceptrapport.; ECORYS en Witteveen&Bos (2009). Werkwijzer MKBA van integrale gebiedsontwikkeling.).

Ga naar

vorige pagina  |  volgende pagina