De kostenraming van een beleidsalternatief in een MKBA geeft het overzicht van alle kosten gedurende de voorbereiding, realisatie- en exploitatie- of uitvoeringsfase, voor alle partijen in Nederland.

Investeringskosten

Aanlegkosten

De aanlegkosten moeten worden opgenomen inclusief de btw. Tot de aanlegkosten horen ook kosten voor mitigerende en compenserende maatregelen als deze vanuit wetgeving vereist zijn. Tevens dienen de projectgebonden apparaatskosten (van Rijkswaterstaat, ProRail) te worden meegenomen. Om de projectgebonden apparaatskosten te bepalen, worden de normen gehanteerd die ook gelden voor de doorbelasting naar de opdrachtgever. 

Kosten van niet-infrastructuurmaatregelen

Kosten van niet-infrastructurele maatregelen variëren per type maatregel, omvang en scope, of het een tijdelijke maatregel betreft of niet, en of het een standaard maatregel is of niet. Kengetallen die behulpzaam kunnen zijn bij het ramen van de kosten zijn te vinden in de Toolbox Slimme Mobiliteit (rwsduurzamemobiliteit.nl) en de Leidraad Kosteneffectiviteitsanalyse (KEA) Slim Reizen (RWS, 2023). Geef altijd bron, jaartal en inpassing aan bij het gebruik van kengetallen.

Kosten van grond

Bij het bepalen van de aanlegkosten dienen de kosten van het extra grondareaal dat nodig is voor de infrastructuur te worden meegenomen, ook als er geen sprake is van een transactie om deze grond te verwerven. Strikt genomen zijn dit geen kosten, maar gederfde opbrengsten (die je dan als kosten zou kunnen zien, in praktijk wordt deze post daarom vaak bij de kosten gepresenteerd in MKBA’s). Bij de waardering van de grond is de waarde van de grond bij alternatief gebruik het uitgangspunt, bijvoorbeeld landbouwgrond, bedrijventerrein of woningbouw. Dit is de contante waarde van de toekomstige opbrengsten van de grond in de referentiesituatie.

Kosten voor inpassingsmaatregelen

Mitigerende (en compenserende) maatregelen zijn bedoeld om de impact van een beleidsmaatregel op o.a. de leefomgeving, natuur, veiligheid of gezondheid van mensen te beperken. Dit worden ook wel inpassingsmaatregelen genoemd. Deze maatregelen kunnen voortkomen uit een wettelijke verplichting, maar kunnen ook vrijwillig worden genomen, dus wanneer er helemaal geen verplichting geldt of boven op een verplichting. 

Wanneer meer maatregelen worden genomen dan wat verplicht is, dan dienen de kosten van deze bovenwettelijke inpassingmaatregelen expliciet vermeld te worden in de MKBA. Voor zover mogelijk geldt dat ook voor de baten die hiermee gepaard gaan. Complicerende factor hierbij is dat in de MER wel wordt geïdentificeerd welke mitigerende maatregelen nodig zijn, maar dat de effecten van de mitigerende (en compenserende) maatregelen vaak niet expliciet worden vermeld. Breng zowel kosten als effecten van deze maatregelen in beeld voor de te beschouwen alternatieven. Dit vergt afstemming in het onderzoeksproces om te zorgen dat studies met de informatie over de kosten en effecten van deze maatregelen tijdig beschikbaar zijn.

Financiële effecten gebiedsgerichte projecten

Voor de MKBA van gebiedsgerichte projecten is de ‘Werkinstructie van GREX naar MKBA’ (Boelman, A., Bovens, J., Heiden van der N,. Koopmans, C en N. Mulder (2012) Rotterdam/ Den Haag: Fakton/BCI/SEO Economisch Onderzoek/ Ministerie van Infrastructuur en Milieu.) behulpzaam. Daarin staan de bewerkingen die de gegevens uit de grondexploitatie moeten ondergaan voor toepassing in de MKBA. De grondexploitatie bevat financiële effecten van het project. De MKBA bouwt daar op voort door de overige maatschappelijke effecten eraan toe te voegen.

Instandhoudingskosten

Vervangingskosten

Bij gebruik van een ‘oneindige’ zichtperiode (meestal 100 jaar) dient rekening te worden gehouden met de technische levensduur van aan te leggen infrastructuur. Als de levensduur verstrijkt voor het einde van de zichtperiode dan moet de infrastructuur of delen daarvan vervangen worden. Niet elk onderdeel zal op hetzelfde moment vervangen moeten worden. Voor grote, kostbare onderdelen (bijvoorbeeld een sluisdeur) is het belangrijk om rekening te houden met de timing van deze vervangingskosten. Er moet rekening worden gehouden met een vervanging van het desbetreffende onderdeel, voor een bedrag ter grootte van de oorspronkelijke kosten van dat onderdeel van de aanleg. Er wordt dus geen rekening gehouden met prijsinflatie of oplopende marktprijzen.

Kosten beheer en onderhoud

Kosten van beheer en onderhoud van nieuwe infrastructuur moeten zo geraamd worden dat ze vergeleken kunnen worden met de kosten van beheer en onderhoud in het nulalternatief. Uitgangspunt daarbij is de life-cycle-cost-methode (LCC).

Kosten van sloop en afvoer van infrastructuur

Houd rekening met de kosten van sloop en afvoer van infrastructuur bij de raming van investering- en instandhoudingkosten. Zeker bij investeringen kan het soms nodig zijn eerst bestaande infrastructuur te slopen. Ook wanneer binnen de zichtperiode van de MKBA een einde komt aan de dienst (vervoersdienst) die de infrastructuur vervult in een beleidsalternatief (en er geen nieuwe invulling is voor het gebruik van de infrastructuur), terwijl dit in andere beleidsalternatieven niet het geval is, dan moet rekening worden gehouden met kosten van sloop en afvoer.