Er zijn verschillende broeikasgassen die de opwarming van de aarde veroorzaken. Voorbeelden zijn koolstofdioxide (CO2), zwarte koolstof (BC), lachgas (N2O) en methaan (CH4). De uitstoot van deze stoffen wordt vaak uitgedrukt in CO2 equivalenten. De belangrijkste bron van broeikasgasemissies is het verstoken van fossiele brandstoffen. Veranderingen in emissies van CO2 komen in MIRT-projecten veelal voort uit:
- Minder of meer mobiliteit, modal shift (andere vervoerswijze) of een verandering in de CO2 uitstoot van de desbetreffende vervoerswijze.
- Materiaalgebruik voor aanleg, beheer en onderhoud de infrastructuur gedurende levenscyclus van de infrastructuur.
- Energiegebruik voor aanleg, beheer en onderhoud de infrastructuur gedurende levenscyclus van de infrastructuur.
Er zijn stoffen, die een negatief effect op het klimaat kunnen hebben, die geen broeikasgassen zijn. Het gaat om aerosolen zoals roet. Deze hebben verschillende opwarmings- en koelingseffecten en worden ook in verband gebracht met andere kwesties zoals slechte luchtkwaliteit.
Net als bij luchtvervuilende emissies, kunnen voor broeikasgasemissies ‘tank-to-wheel’ emissies en ‘well-to-tank’ emissies worden bepaald.
De emissies zorgen voor welvaartsverlies door alle negatieve effecten als gevolg van de opwarming van de aarde, zoals zeespiegelstijging, verlies aan biodiversiteit, problemen met water management, vaker voorkomen van weersextremen, schade aan gewassen. Het voorkomen en terugdringen van uitstoot leidt tot welvaartswinst. Hoge kosten om klimaatschade te herstellen worden daarmee vermeden of vallen lager uit.
In de MIRT-verkenningsfase moet de CO2-uitstoot van alle beleidsalternatieven ten opzichte van het nulalternatief, kwantitatief worden bepaald. Dit kan op basis van emissiefactoren, die energieverbruik naar emissies omrekenen. De emissies kunnen vervolgens worden gemonetariseerd. Voor de transportsector zijn er ook kengetallen die emissies per voertuigkilometer en tonkilometer, direct omrekenen naar een gemonetariseerde waardering.
Voor het monetariseren van CO2-uitstoot is de richtlijn om te werken met de efficiënte CO2 prijzen die uit de actuele WLO-scenario’s zijn afgeleid. Merk op, dat de brede welvaartaspecten ‘welvaart elders’ en ‘welvaart later’ deels tot uitdrukking komen in de efficiënte CO2-prijzen, omdat CO2-reductie op termijn tot baten leidt zowel in Nederland als in het buitenland.