Accijns wordt onder andere betaald over bandstof, zoals benzine, diesel en LPG. Veranderingen in accijnsopbrengsten dienen apart te worden opgenomen als kosten-batenpost. Dit komt omdat wanneer een beleidsalternatief leidt tot een toename van mobiliteit, een deel van de baten van deze extra mobiliteit voor de gebruikers, via accijns door de gebruikers wordt doorgeven aan de overheid. Bijvoorbeeld, autogebruikers kunnen als gevolg van een beleidsalternatief meer gaan reizen. Voor de autogebruikers staan hier baten tegenover, maar ook kosten van het autogebruik, onder andere voor brandstof waarop accijns wordt geheven. Die accijns “is wel een kostenpost voor de weggebruiker, maar geen maatschappelijke kostenpost: het is een overdracht van weggebruikers naar de overheid. Daarvoor moet worden gecorrigeerd. Of anders geformuleerd: de verandering in accijnsopbrengsten maakt deel uit van de verandering in het consumentensurplus die wordt doorgegeven aan (of: afgeroomd door) de overheid” (bron: Groot W, Koopmans, De Groot C (2010). Accijnzen in KBA’s anders presenteren? Een discussienotitie. Notitie over OEI - Nummer 2. Den Haag: Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM); Zwaneveld, P., C. Eijgenraam en G. Romijn, 2011, De btw in kosten-batenanalyses, CPB Notitie 27 juni 2011. Den Haag: Centraal Planbureau). Reizigers nemen de kosten om al dan niet meer kilometers te gaan rijden, in hun afweging mee. Dat extra kilometerkosten leiden tot hogere opbrengsten van belastingen en accijnzen, wordt niet meegewogen. Daarmee zijn de accijnsinkomsten een additioneel indirect effect. Beleidsalternatieven die leiden tot een verandering in accijnsinkomsten op brandstof leiden dus tot een additioneel welvaartseffect dat meegenomen moet worden in de MKBA. Verandering van de accijnsopbrengsten ten gevolge van bijvoorbeeld kortere routes telt niet mee. Een verandering in accijnsopbrengsten dient te worden verhoogd met het actuele btw-percentage.