Het MIRT is het Rijksinvesteringsprogramma van projecten en programma’s in het ruimtelijk domein. In het MIRT worden door Rijk en vaak samen met regionale partijen besluiten genomen over projecten waar het Rijk direct financieel bij betrokken is. Bij steeds meer projecten zorgt de regio voor cofinanciering. Het MIRT wordt opgenomen in de rijksbegroting die jaarlijks op Prinsjesdag door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) aan de Tweede Kamer wordt aangeboden. Alle projecten staan opgesomd en toegelicht in het MIRT-boek.
In 2022 zijn de ‘Spelregels van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport’, de MIRT-spelregels, geactualiseerd. Deze nieuwe spelregels zijn als uitgangspunt genomen voor de beschrijving van het MIRT-proces en de rol van de MKBA in het MIRT-proces.
Het MIRT-proces in vier fasen
Het MIRT beslaat het hele proces van de totstandkoming van projecten en programma’s in de fysieke leefomgeving, van de identificatie van een opgave, tot het zoeken, vinden en realiseren van de meest optimale en effectieve oplossing. De MIRT-spelregels beschrijven een proces met vier fasen, die steeds afgesloten worden met een bestuurlijke beslissing:
- De voorbereidingsfase, die kan uitmonden in een startbeslissing.
- De verkenningsfase, die kan uitmonden in een voorkeursbeslissing.
- De planning- en studiefase, die kan uitmonden in een projectbeslissing.
- De aanlegfase, uitmondend in een opleveringsbeslissing.
Per fase wordt een expliciete bestuurlijke beslissing genomen over het wel of niet (blijven) opnemen (go/no go beslismoment) van het project in het MIRT.