Waarderingskengetallen verkeersveiligheid

Rijkswaterstaat en Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) doen regelmatig onderzoek naar verkeersongevallen in Nederland en naar de maatschappelijke kosten die deze met zich meebrengen.  Lees meer hierover in deze memo.

1. Inleiding

Verkeersongevallen leiden tot maatschappelijke kosten. Dit zijn alle kosten voor herstel en compensatie van letsel en schade, de schaderegeling, en alle andere kosten als gevolg van het ongeval zoals productieverlies, filekosten (ontstaan door een ongeval) en immaterieel leed.

Rijkswaterstaat en Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM)doen regelmatig onderzoek naar verkeersongevallen in Nederland en naar de maatschappelijke kosten die deze met zich meebrengen. Het inzicht in deze maatschappelijke kosten wordt, onder andere, gebruikt in maatschappelijke kosten-batenanalyses (MKBA), zowel van projecten ter verbetering van de bereikbaarheid als van de verkeersveiligheid. Informatie over de verkeersveiligheidseffecten van maatregelen komt uit verkeersveiligheidsonderzoeken. Er zijn grote hoeveelheden gegevens nodig om alle kosten te kunnen kwantificeren.

Deze memo presenteert een actualisatie van de maatschappelijke kosten van verkeersongevallen in Nederland voor 2020. De laatste studie naar de maatschappelijke kosten van verkeersongevallen is uitgevoerd voor het jaar 2009. De schattingen uit dat onderzoek zijn (soms sterk) verouderd en deels gebaseerd op gegevens van voor 2009.

Er zijn twee methoden om verkeersveiligheid te kwantificeren. Dit kan middels a) kengetallen voor effecten of b) een verkeerskundig onderzoek waarbij een verkeerskundig bureau uitgebreid onderzoek doet naar veiligheidsaspecten van een weg. De verkeersveiligheidseffecten worden meestal uitgedrukt in het aantal doden, gewonden en/of licht gewonden (ook wel benoemd als uitsluitend materiële schade (UMS) ongevallen). In de MKBA kunnen deze vervolgens worden gewaardeerd met waarderingskengetallen.

In deze notitie gaan we verder in op de waarderingskengetallen van de verkeersveiligheid. In de MKBA worden verkeersongevallen gewaardeerd met waarderingskengetallen om de impact van veranderingen in verkeersveiligheid te berekenen en vergelijken tussen alternatieven. Bij de waarderingskengetallen dient rekening gehouden te worden met de trendmatige ontwikkeling.

2. Waarderen van verkeersveiligheid

In de waardering van verkeersveiligheid zijn de volgende maatschappelijke kosten meegenomen:

  • Medische kosten
  • Afhandelingskosten
  • Materiële kosten
  • Kosten van productieverlies
  • Immateriële kosten
  • Filekosten

Het KiM heeft vijf kostenposten geselecteerd voor een gedetailleerde actualisatie: immateriële kosten, consumptieverlies (als input voor het berekenen van de immateriële kosten), materiële kosten, verzekeringskosten (onderdeel van afhandelingskosten) en filekosten. Naast deze kosten zijn er nog drie andere kostenposten, waarvoor een eenvoudige actualisatie volstond. Dit zijn medische kosten, productieverlies en afhandelingskosten (met uitzondering van verzekeringskosten). Deze eenvoudige actualisatie is gemaakt op basis van inflatie en recente slachtofferaantallen.

Hieronder wordt toegelicht hoe de verschillende kostenposten worden bepaald. 

  1. De medische kosten, de materiële schade en de afhandelingskosten worden bepaald via de herstelkostenmethode (‘Restitution costs method’). Hierbij wordt gerekend met de kosten van inzet van mensen en middelen die nodig zijn om de schade voor slachtoffers en hun nabestaanden (zo veel mogelijk) te herstellen.
  2. Filekosten worden berekend op basis van de totale kosten van files en vertragingen (alle oorzaken) en het aandeel van ongevallen als oorzaak in het totale reistijdverlies ten gevolge van files.
  3. Het productieverlies wordt bepaald middels de ‘Human capital’-methode. Hierbij wordt de waarde bepaald van de productie die zou zijn voortgebracht door de slachtoffers indien zij niet gewond waren geraakt of overleden waren. In Nederland en de meest andere landen wordt alleen betaalde productie in de berekeningen meegenomen.
  4. De immateriële schade wordt bepaald met de ‘Willingness to pay’- methode. De immateriële schade zijn de kosten in de vorm van leed, pijn, verdriet en verlies aan kwaliteit van leven en levensvreugde bij slachtoffers en hun naasten. Consumptieverlies wordt hier ook in meegenomen. Deze kostenpost vormt het bedrag dat mensen bereid zijn te betalen voor een afname van het risico op overlijden in het verkeer. Dit wordt meestal bepaald middels enquêtes, waaruit de zogeheten ‘waarde van een statistisch mensenleven’ ('Value Of a Statistical Life', VLS) volgt. De VLS wordt derhalve gebruikt om de immateriële schade te berekenen. Voor Nederland wordt een VLS aanbevolen van € 6,3 miljoen met een 95%- betrouwbaarheidsinterval van €3,4-9,0 miljoen. In MKBA’s is het ook gebruikelijk om bandbreedten te hanteren in gevoeligheidsanalyses.

De totale maatschappelijke kosten van verkeersongevallen zijn in 2020 op € 27 miljard geschat waarvan de grootste kostenpost (ongeveer 75%) de immateriële schade betreft. De kosten bestaan zowel uit ‘harde’ economische kosten – zoals medische kosten en schade aan voertuigen – als uit immateriële kosten. Bij immateriële kosten gaat het om verlies van levensjaren en kwaliteit van leven.

De belangrijkste verklaring voor de hogere kosten ten opzichte van de vorige schatting (€17 miljard in 2018) is een hogere schatting van de immateriële kosten. Tegenover de hogere immateriële kosten staat een lager aantal verkeerslachtoffers in 2020 ten opzichte van 2018, waardoor de kosten ruim €2 miljard lager zijn (ten opzichte van een gelijkblijvend aantal slachtoffers). Daarnaast wordt een deel van de kostenstijging (€1,3 miljard) verklaard door inflatie.

3. Methodes om verkeersveiligheid te waarderen

Methode: Waarderingskengetallen per slachtoffercategorie

Wanneer de verschillende bovenstaande kosten met elkaar worden gecombineerd, en worden verdeeld over de verschillende categorieën en aantallen slachtoffers, worden de onderstaande kosten afgeleid (tabel 1). Als bekend is wat de effecten van een project zijn in termen van afname of toename van aantal doden, gewonden en materiële schade kunnen de waarderingen uit tabel 1 worden gebruikt.

Tabel 1 Kosten per slachtoffercategorie (Bron: KiM, 2022)
Slachtoffercategorie Kosten per slachtoffer (in mln. euro, prijspeil 2020)
Verkeersdoden 6,496
Erntig verkeersgewonden 0,696
Lichtgewonden 0,051
Overige gewonden 0,005

4. Bronnen

  • CPB/PBL (2015), Maatschappelijke kosten en baten prijsbeleid personenauto ’s, Achtergronddocument, Bijlage B, Den Haag.
  • KiM (2022), Actualisatie maatschappelijke kosten van verkeersongevallen, Den Haag

  • Marien de Wit en Rob Methorst (2012), Kosten verkeersongevallen in Nederland | Ontwikkelingen 2003-2009, RWS DVS, Delft SWOV (2014).
  • RWS (2012), Veiligheid in Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse, Utrecht.
  • RWS (2018), Werkwijzer MKBA bij MIRT-verkenningen, Utrecht
  • SWOV-factsheet: Kosten van verkeersongevallen, SWOV, Leidschendam.
  • VU / CE (2014), Externe en infrastructuurkosten van verkeer, Amsterdam/Delft.
  • W2Economics (2022), Maatschappelijke kosten van verkeersongevallen in Nederland: actualisatie 2020, Utrecht

Colofon

  • Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving
  • Steunpunt Economische Expertise: see@rws.nl
  • Publicatiedatum: 22 juni 2020
  • Update nav nieuwe VOSL: 15 december 2022